Steilspiralen op het droge
Bastienne Wentzel

1 juli 2012, Riser

In een loods aan de rand van Heemskerk staat een bijzonder apparaat. Een stevige stalen paal met een ronddraaiende arm erop bevestigd, staat met dikke bouten in het beton geklonken. Het is een van de drie G-force Trainers ter wereld, een G-krachtsimulator speciaal ontwikkeld voor paragliders. De Oostenrijkse vliegtuigbouwkundige Thomas Grabner ontwierp en bouwde het eerste exemplaar. Max Morriën en Thijs Versloot haalden het apparaat naar Nederland en leerden van Grabner hoe je het moet bedienen. Sinds kort geven ze trainingen en cursussen.

Bijna elke piloot heeft er wel ervaring mee: bij het trekken van een steile bocht of spiraal ondervind je al gauw een enorme kracht. Een onderzoek uit 2008 van de KNVvL wees uit dat een steilspiraal met een daalsnelheid van 14 m/s 3 G oplevert. Dat betekent dat er drie keer zoveel kracht op je lichaam wordt uitgeoefend dan wanneer je op de grond staat. De DHV testte steilspiralen van diverse LTF-B schermen en constateerde een maximum van maar liefst 5,5 G. Het risico op een black-out van de piloot wordt dan groot (zie kader). 'Door een training te volgen in de simulator kun je op een realistische en veilige manier leren om met de krachten om te gaan die je tijdens een steilspiraal ervaart,' legt Max Morriën, eigenaar van de Nederlandse G-force Trainer, uit. De doelgroep voor zijn trainingen bestaat uit individuele piloten en in het bijzonder paraglidingscholen. 'Zij kunnen deze training bijvoorbeeld aan hun veiligheidscursus toevoegen,' zegt Max. Diverse scholen hebben al interesse.

Nosedown
Het bijzondere aan de simulator is dat je in een normaal harnas zit en met je gewicht en de stuurtokkels de draaisnelheid regelt. Dat is een essentiëel verschil met de bestaande G-kracht simulatoren zoals die bijvoorbeeld voor de training van F16-piloten wordt gebruikt. De manier waarop je de G-krachten waarneemt, bijvoorbeeld door je zitpositie, is anders. Tijdens het draaien bepaal je zelf de snelheid en daarmee de G-kracht die je ondervindt. De maximale G-kracht die je kunt halen wordt van te voren ingesteld, tot een maximum van 7 G.
De kracht op de stuurtokkels voelt heel natuurlijk aan. Die wordt geregeld door zes stalen staven onder het harnas waarmee de stuurlijnen verbonden zijn. Naarmate je sneller draait ondervinden ook die staven meer G-krachten en wordt de kracht op de stuurlijnen groter. Het harnas verandert dan ook van positie en bij een bepaalde snelheid zit je met je gezicht naar binnen, net als bij een nosedown spiraal.

Effect herkennen
Een belangrijk doel van de trainingen is het leren herkennen van het moment waarop je hersenen te weinig zuurstof krijgen. De effecten van hoge G-krachten zijn niet bij iedereen gelijk. De een krijgt last van tunnelvisie. Anderen verliezen het vermogen om kleuren te zien. Sommigen gaan zonder waarschuwing black-out. Voor de vliegpraktijk is het nuttig om het effect bij jezelf te leren herkennen. Dan kun je reageren en de steilspiraal stoppen. Het voorkomt tevens dat je in paniek raakt van de vreemde gewaarwording, een effect waarvan experts denken dat het veel ongelukken veroorzaakt. De piloot verstijft van angst tijdens een uit de hand gelopen spiraal en kan niet meer reageren. Daarnaast kun je met hulp van de ademhalingstechnieken die je leert tijdens de training het effect weer deels opheffen.

Je eigen grens
De G-force Trainer is geen apparaat om te leren steilspiralen, hoewel oefeningen daarvoor zoals zithouding en gewichtsverplaatsing wel aan de orde komen. Ook is het doel van een training niet om je tolerantie voor G-krachten te verhogen, benadrukken Thijs en Max. Bij 4 tot 5 G komt bij de meeste mensen niet meer genoeg bloed in de ogen en hersenen en ga je dus effecten merken. Wanneer dat precies optreedt is voor iedereen verschillend en verandert met je gesteldheid. 'Je kunt wel je eigen grens vinden door je ademhaling en spieren te beheersen,' stellen Thijs en Max.
Zoals bekend hebben veel andere factoren ook invloed op de tolerantie van G-kracht, beamen de heren. 'Dat merken we aan onszelf ook,' zeggen ze. Zelf laten ze zich regelmatig met 7 G ronddraaien, maar het gaat niet altijd even makkelijk. Moeheid, een verkoudheid, verkeerd of te laat gegeten, heeft allemaal invloed. Hoewel we allemaal weten dat je niet moet gaan vliegen als je moe of ziek bent, is het wel confronterend om dat effect in de G-force Trainer te merken.

Noodscherm werpen
Het doel van ontwerper Thomas Grabner is om paraglidingpiloten voor te bereiden op de G-krachten die je ondervindt wanneer je een steilspiraal trekt. Ondertussen hebben onder andere de DHV diverse andere trainingsmogelijkheden beschreven. Zo heeft de DHV tests gedaan met het werpen van diverse soorten reserveschermen bij verschillende G-krachten. Daaruit bleek dat niet alle noodchutes makkelijk uit hun container gaan bij die krachten. Karl Slezak, veiligheidsdeskundige bij de DHV, zegt op hun site: 'Wij zijn enthousiast over de trainingsmogelijkheden die Thomas' G-force Trainer voor paraglidingpiloten biedt.' Ook het Britse blad Cross Country nam plaats in de simulator. 'Binnen een dag training zie je al vooruitgang. (...) De training was waar voor je geld en absoluut nuttig,' schrijft Bruce Goldsmith.
Ook Max en Thijs geven piloten de mogelijkheid een noodscherm te werpen bij hogere G-krachten, tot 4 G. Daarbij blijkt dat het nog niet zo eenvoudig is om onder die omstandigheden het handvat te vinden en de container uit het harnas te trekken, vertelt Max. 'Deze oefening is niet alleen nuttig als je vaak spiraalt. Elke piloot kan in een twist met spiraal terecht komen waardoor je ongewild met deze hoge krachten te maken krijgt.'

Onbekend maakt onbemind?
Kritiek is er ook. Zo zou onduidelijk zijn of het apparaat veilig is. De G-force Trainer is goedgekeurd door de Duitse testinstantie TÜV. Alle onderdelen kunnen vijf keer zoveel kracht en snelheid aan als het apparaat levert wanneer het op volle snelheid draait. Er zijn allerlei veiligheidsmaatregelen in de bediening ingebouwd. Zo schakelt het vanzelf uit wanneer er enige tijd geen input meer wordt gegeven.
Andere kritiek is dat er tijdens de training geen medisch toezicht is. Bewusteloosheid door hoge G-krachten (G-LOC) kan een dodelijke afloop hebben. Ook zou het een vals gevoel van veiligheid geven voor het steilspiralen. Max kent het commentaar maar vindt het verantwoord wat hij doet: 'Het klopt dat wij geen medici zijn. Dat claimen we ook niet. Wel zien wij onmiddelijk wanneer iemand zijn bewustzijn dreigt te verliezen en stoppen dan het apparaat. De risico's zijn hoger wanneer je zwanger bent, hartklachten hebt of trombose. Hetzelfde als bij paragliding dus. Daar heb je een eigen medische verklaring voor getekend.'
'Er is niemand ter wereld die veel weet van G-kracht simulatoren voor paragliders want daar zijn er maar drie van,' zegt Max. 'Dat vind ik geen reden om er dan maar niets mee te doen. Ik hoop dat meer mensen, bijvoorbeeld scholen en instructeurs en misschien medici de gelegenheid nemen om iets met de mogelijkheden van de G-force Trainer te doen zodat we ervan kunnen leren.'



Het effect van hoge G-krachten
Hersenen en ogen hebben continu zuurstof en glucose (suiker) nodig. Dat wordt aangevoerd door het rondpompen van bloed door het hart, tegen de zwaartekracht in. Zwaartekracht heet ook wel G-kracht (van 'gravitatie'). Wanneer je stil staat op de grond is de kracht op je lichaam 1 G. Word je rondgeslingerd in een draaimolen, simulator of steilspiraal, dan wordt die kracht hoger. Je hart moet dan ook harder werken om het bloed tegen die hogere kracht in te pompen. Dat gaat bij de meeste mensen goed tot 3 of 4 G. Daarna wordt het lastig om genoeg bloed naar je hersenen en ogen te krijgen. Je ogen gaan slechter functioneren, je ziet grijze vlekken, verliest het vermogen om kleur te zien of je krijgt tunnelvisie waarbij de buitenkant van je gezichtsveld verdwijnt. Uiteindelijk krijg je een blackout waarbij je niets meer ziet maar nog wel bij bewustzijn bent. Wanneer je hersenen te weinig zuurstof krijgen, kun je geheugenverlies krijgen, bewusteloos raken en in het ergste geval overlijden. De term G-LOC ('G-induced Loss of Consciousness' ofwel verlies van bewustzijn door het effect van G-krachten) die in dit verband vaak wordt gebruikt slaat op die laatste twee effecten.
(Bron: http://aeromedical.org/Articles/g-loc.html)



Riser-redactie stapt in de simulator
De bediening van de simulator is eenvoudig. Je gaat zitten, hangen, sturen en kijkt naar het kleurenplaatje waar je je op moet focussen. Dan maak je een bocht. Het voelt verbazingwekkend veel als een echte vlucht. Na een paar proefrondjes krijg ik uitleg over mijn ademhaling van Thijs. 'Belangrijk is dat je diep inademt en dat een paar seconden vasthoudt. Daarna adem je snel uit en weer in met zoveel mogelijk gesloten mond zodat je de druk hoog houdt.' Hij waarschuwt dat we niet moeten schromen om geluid te maken. Wat we doen klinkt als een verkouden olifant. Het vereist wat oefening om de techniek tijdens het draaien goed uit te voeren. Maar het blijkt erg nuttig. Ik mis een paar keer het ritme bij 3,5 G en zie gelijk dat mijn gezichtsveld vernauwt. Een paar goede ademhalingen en het is weer terug. Bij mijn laatste ronde van de training wordt de maximale kracht op 5,5 G ingesteld.
Ik concentreer me nog een laatste maal op mijn ademhaling en trek m'n 'scherm' nosedown. Flink persen, beenspieren aan, buikspieren aan, een keer ademhalen, druk erop en tot drie tellen. Ik check voor mezelf het kleurenplaatje. Alle kleuren zijn er, ik kan ze ook benoemen. Ik check de periferie van mijn zicht zonder mijn ogen van het plaatje te halen. Alles is er nog. Het draait wel snel om me heen. Wanneer ik het genoeg vindt laat ik de remlijn opkomen. Ik heb 30 seconden nosedown gespiraald, een 'afdaling' van zo'n 500 hoogtemeters. Na een seconde of tien stilhangen ben ik de ergste draaierigheid kwijt, veeg de tranen uit mijn ogen (je gaat zo'n 70 km/u) en ga staan. Na een kwartiertje is het gevoel alsof je te snel bent opgestaan weer helemaal weg. Fysiek voel ik me als na een avond flink fitnessen maar verder merk ik geen effecten.

Dit artikel is gepubliceerd in Riser 48, 2012.