De verrassende woestijn van Iran
Bastienne Wentzel


In de zomer is het in Turkije en Iran vooral heel warm. Verder voeren zwarte chadors en blauwe moskeeën de boventoon. Het hoogtepunt in Iran bewaarden we voor het laatst: de oude citadel in Bam, opgetrokken uit zandsteen. Helaas kreeg dit hoogtepunt een jaar later nog een staartje...

Köyçegiz (spreek uit keuzjidzj), Turkije. Vandaag maken we de eerste zware off-road tocht van onze reis. Met Bob en Ramazan, respectievelijk een Nederlander en een Turk getrouwd met een Nederlandse, rijden we de steile bergen in naar de yayla, een hoogvlakte met een bergmeertje. Zij rijden in Bob's LandRover 110, wij gaan met onze eigen LandCruiser BJ75. De route is prachtig: beginnen in subtropisch Köyçegiz op zeeniveau, supersteil de bergen in kronkelen over rotspaadjes en eindigen in een soort alpenweide op 2300 meter, alwaar de laatste resten sneeuw het meertje voeden. Hoewel op papier onze beresterke LandCruiser de hellingen van meer dan twintig procent op z'n sloffen zou moeten nemen, gaat het al snel fout: de motor wordt loeiheet. Elke tien minuten kookt de motor en zijn liters water nodig om de boel weer een beetje op temperatuur te krijgen. Hier is duidelijk iets mis.

Viscokoppeling
Na de bergtocht gaan we met Ramazan mee naar de sanayi, het terrein met een hele verzameling garagebedrijfjes dat elk dorp in Turkije heeft. Zelf houden we het op een kapotte thermostaat. Maar Enven, de favoriete monteur van Ramazan doet de motorkap open en zegt meteen: 'Oh, een Noord-Europese auto met een slecht werkende viscokoppeling.' Het lijkt ons wat sterk en bovendien had ik eigenlijk nooit geweten dat de ventilator via een viscokoppeling wordt aangedreven. Zo leer je nog eens wat: de ventilator wordt bij terreinauto's doorgaans direct aangedreven door de krukas. Om te voorkomen dat de ventilator altijd evenredig met het toerental van de motor draait zit er een temperatuurafhankelijke visceuze koppeling op. In warme landen slopen ze dat ding er meteen uit, want de ventilator moet gewoon altijd maximaal draaien.
Na wat testjes blijkt Enven uiteraard gelijk te hebben. De thermostaat is wat oud, maar doet het nog wel. Helaas is door het vele koken van de motor wel de koppakking naar z'n grootje. De viscokoppeling moet er dus uit, een nieuwe koppakking erin en preventief laten we ook de thermostaat vervangen. Die laatste twee onderdelen moeten echter van de Toyota importeur in Istanbul komen en kosten 160 miljoen lires, honderd euro. Hoe krijg je onderdelen van Istanbul naar Köyçegiz en het geld andersom? Heel simpel: je gaat naar het busstation. Bij het loket geef je een briefje met een naam en telefoonnummer en het geld, alwaar het aan elkaar geniet wordt en aan een buschauffeur gegeven wordt. De buschauffeur krijgt een miljoen commissie. De volgende dag is de koppakking plus 55 miljoen lires terug in Köyçegiz - de thermostaat was toch niet leverbaar. De monteur zet samen met z'n hulpjes vervolgens in drie uur tijd de hele motor weer in elkaar, et voila, de auto rijdt weer.

Stempel
Een aantal weken later verruilen we Turkije voor Iran, van een aspirant EU-lid naar... 'de as van het Kwaad'...? Bij de grens wordt Bastienne verwezen naar het douanegebouw voor vrouwen. Als ze weg is wordt duidelijk dat we al in Iran zijn: ze had haar hoofddoek om moeten binden! Een douanebeambte komt even later de hoofddoek voor haar ophalen.
Het douanegebouw van Iran is keurig; een groot verschil met de puinhoop bij de Turken. Tot mijn vreugde ben ik snel aan de beurt. De vreugde verstomt echter vlot: mijn visum is niet in orde. Ik snap niets van het commentaar in Farsi. Gelukkig staat er achter mij in de rij een perfect Duits sprekende Iraniër die vertaalt dat op mijn visum de stempel en de handtekening van de ambassadeur ontbreken. Foutje, bedankt Den Haag! De douanebeambte vindt dat ik terug moet naar het consulaat in Erzurum, driehonderd kilometer terug in Turkije. Ik bluf dat Bastienne al wel door de douane is. Dit blijkt gelukkig het geval en we halen haar paspoort op. Het feit dat de visa een opvolgend nummer hebben en op dezelfde datum zijn afgegeven brengt de douanebeambte in de meewerkstand. Hij neemt contact op met Teheran en uiteraard is het probleem dan opgelost.
In totaal zijn we drie uur verder als we vrij zijn om te gaan en staan in Iran. We wisselen wat dollars om in rials en proberen te onthouden hoeveel rials er in een euro gaan. Dan gooien we de auto vol met Iraanse diesel en moeten 9500 rial betalen. We rekenen het nog eens na en krijgen op slag een vrolijke bui. We hebben we zojuist €1.20 betaald voor een volle tank!

Cruisen door Iran
De volgende dagen rijden we via Tabriz richting de Kaspische Zee, om vervolgens een duizenden kilometers lange zigzag zuidoost te maken via de belangrijkste highlights van Iran: Esfahan, Persepolis, Yazd, Shiraz en tenslotte Bam. De steden hebben prachtige overdekte bazaars en blauw betegelde moskeeën. De woestijn is meestal saai en grauw, maar af en toe verrassend kleurrijk of juist fel wit door enorme zoutvlakten. De mensen zijn vriendelijk en gastvrij zoals in elk Islamitisch land. Opvallend is de openlijke kritiek die men uit over de regering. De Iraniërs zelf vinden hun wetten maar beschamend en de meesten verontschuldigen zich tegenover ons dat alle vrouwen een hoofddoek moeten dragen inclusief de toeristen.
Het rijden in Iran is een versterkte versie van Turkije: meer idioten die harder rijden omdat de wegen beter zijn en de brandstof min of meer gratis. Helaas worden we in Iran wel geconfronteerd met een indirect gevolg van het eerdere probleem met de viscokoppeling. Omdat toen de koppakking is vervangen moesten na enige duizenden kilometers de bouten van het blok aangedraaid worden. Dit hadden we in Tabriz laten doen door een ervaren monteur. Zijn hulpje was echter minder ervaren en had, naar nu bleek, bij het klimmen in het motorcompartiment op de slang van de stuurbekrachtiging gestaan waardoor deze is gaan aanlopen tegen de poelie van de V-snaar. Doorgesleten dus... een beun in een achteraf-steegje krijgt het voor elkaar in een dag een nieuwe slang in elkaar te prutsen en bij het licht van een peertje de boel weer in elkaar te zetten.
De laatste stop in Iran is Bam, met de beroemde oude stad en citadel. We overnachten in het bij reizigers populaire guesthouse van Akhbar, een voormalig leraar Engels. De citadel is een prachtig eeuwenoud bouwsel van zand en leem. De zonsondergang bekijken vanaf de stadsmuren is een onvergetelijke ervaring. 's Avonds proosten we op Bastienne's verjaardag met Bavaria malt. Geen alcohol te krijgen uiteraard, in dit streng Islamitische land. De volgende dag rijden we naar de grenspost tussen Iran en Pakistan - de afsluiting van het eerste bezoek aan Iran.

Aardbeving
Ruim een jaar later staan we weer bij dezelfde grenspost. Nu met onze neus de andere kant op. Bij een klein restaurantje van de Iraanse douane zullen we overnachten. We hebben net op de wereldontvanger naar het BBC-nieuws geluisterd en hoorden nieuws waarvan we denken dat de mensen in het restaurant het ook wel willen weten.
'Bam is door een aardbeving getroffen!' Ongeïnteresseerd kijken de paar soldaten en chauffeurs mij aan.'De citadel is verwoest en er zijn duizenden doden gevallen!' probeer ik nog eens.'We hebben het op het nieuws gehoord,' maken de mannen kortaf kenbaar in Farsi en ze gaan verder met eten. De gasten van het restaurantje bij de douane in het Iraanse grensplaatsje Mirjave lijken niet onder de indruk van de berichten over de ramp 400 kilometer verderop.
In onze auto volgen we nog een tijdje het BBC-nieuws op de radio. Het stadje waar we morgen hoopten aan te komen om een paar dagen te verblijven en de jaarwisseling te vieren heeft minstens 6000 maar misschien wel 20.000 van zijn inwoners verloren. Wat zullen we aantreffen? Kunnen we de weg wel vervolgen of moeten we letterlijk duizenden kilometers omrijden? Onrustig vallen we in slaap.
De volgende ochtend staan we vroeg op. We proberen wat diesel te krijgen in Mirjave, maar twintig liter is het maximum met het oog op smokkel naar Pakistan. De eerst volgende grote stad is Zahedan, 85 kilometer van de grens. Hier is een internetcafé en dus kunnen we alvast onze familie melden dat wij niet in Bam waren tijdens de aardbeving. Het vinden van diesel levert in Zahedan nog meer problemen op dan in Mirjave. Opnieuw in verband met smokkel, dit keer naar Afghanistan, is diesel op de bon. En die bonnen hebben wij niet, maar we hebben wel een lege tank. Uiteindelijk schenkt een Iraanse heer, die de starre pompbediendes boos toespreekt, ons ruim vijftig liter. Een gift ter waarde van 65 eurocent. Ondertussen worden overigens ijverig vaten volgetankt voor de smokkelaars.

Verpulverd
Pas een paar kilometer voor Bam zien we de eerste sporen van de aardbeving. In een buitenwijk maken we foto's van een paar vrolijke soldaten die met een bulldozer puin aan het ruimen zijn. Zodra we het centrum inrijden wordt de omvang van de ramp duidelijk. Op een enkel gebouw na, staats niets meer overeind. In de meeste wijken zijn de mensen al geëvacueerd, maar her en der zitten families bij een tent van de Rode Halve Maan (de islamitische zuster van het Rode Kruis) en de restanten van hun inboedel te wachten op wat komen gaat.
Dichtbij de oude citadel is de verwoesting het grootst. Het lijkt wel of het epicentrum van de beving zich precies onder de oude stad bevond. Hier wordt ook nog druk gegraven naar slachtoffers. Een paar levenloze lichamen gehuld in dekens worden op een pickup geladen. Een man vertelt dat het hier onder andere om een moeder en haar baby gaat. Later zien we een paar mannen lichamen op een karretje vervoeren. Een van de mannen spreekt mij aan en vertelt dat hij een vluchteling uit Afghanistan is. Van de ene ramp is hij in de volgende ramp terecht gekomen.
De citadel die we vorig jaar nog in al zijn pracht hebben kunnen bewonderen is volledig tot stof vergaan. De lemen muren die deze burcht zo bijzonder maakten zijn door de schok verpulverd. Vlakbij de plek waar eens de ingang was staat het huisje van het toeristenbureau. Geheel ongeschonden. Het gebouwtje is van baksteen en dus in tegenstelling tot de lemen huizen wél tegen aardbevingen bestand...

'Je had erbij moeten zijn'
In het avondlicht rijden we naar Akhbar Tourist Guest House, onze stek van vorig jaar. We herkennen de plek omdat we mijnheer Akhbar zien staan. Het hotel is volledig ingestort. Mijnheer Akhbar kan zijn emoties nauwelijks bedwingen als hij ons ziet. Er waren die nacht negen gasten in het hotel. Acht zijn er gered, maar één Engelse jongen ligt nog onder het puin. Hij kon niet op tijd gewekt worden. Maar wat is op tijd? De schokken duurden niet meer dan enkele tientallen seconden en binnen een minuut was het hele gebouw ingestort. 'Je had er bij moeten zijn, zo hevig was het,' zegt Akhbar goed bedoeld. Met zijn familie is gelukkig alles in orde. Zijn eigen huis staat buiten het centrum en is niet ingestort. Wel is het huis op dit moment onbewoonbaar. Gister heeft Akhbar zestien begrafenissen moeten bijwonen, vandaag 24. 'Het is teveel.' We beloven mijnheer Akhbar de Britse ambassade te informeren over de omgekomen toerist. Daarna nemen we afscheid. Hij zegt dat we op dit moment niets voor hem kunnen doen. Nou ja, of we soms een sigaret hebben?
Als we 's avonds Bam verlaten is er een enorme file richting Kerman. Na een paar honderd meter staat het acht rijen dik stil op de vierbaans weg. Het blijft uren stilstaan en we besluiten maar te overnachten naast de weg. Pas vanaf vier uur 's ochtends komt er weer beweging. Als we zelf om zes uur 's ochtends gaan rijden zien we al snel de oorzaak van de opstopping: op het tweebaans traject passeren we de restanten van drie frontale botsingen met zeven auto's en een vrachtauto in puin.Alsof de aardbeving niet genoeg leed veroorzaakt heeft.

Dit artikel is gepubliceerd in 4WD Automagazine no. 7/8 - 2005