Nederlandse honden vinden alleen doden
Bastienne Wentzel

31 december 2003, Kranten

KERMAN - De vijf honden van de Nederlandse Reddingshonden Hulpdienst staan kwispelend met hun bazen te wachten op de vlucht naar huis. Tijdens de drie dagen zoeken in het puin van Bam hebben ze alleen doden opgespoord. De kans dat er nu nog levenden onder het puin zitten is miniem, dus vliegt het team terug naar Nederland. In Iran zijn inmiddels meer dan 30.000 lichamen geborgen. De overheid vreest dat het dodental oploopt tot 50.000.

Marjoleine van Doorn van het reddingshondenteam: "De doden zaten allemaal vol stof. De lemen huizen zijn volledig ingestort, zonder ruimtes over te laten waar mensen zouden kunnen overleven." De ontvangst van haar hondenteam was hartverwarmend. "Voor moslims zijn honden onrein, maar de mensen wilden ze toch graag verwelkomen en aaien."

Dokter Saleh uit Teheran helpt met de doorverwijzing van slachtoffers die met vliegtuigen vanuit Bam in de provinciehoofdstad Kerman aankomen. Hij kost hem veel moeite de juiste medicijnen en apparatuur op het vliegveld van Kerman te krijgen. "Het is er allemaal wel, maar wij weten niet waar. Dat komt doordat er zoveel organisaties zoals het leger, de Rode Halve Maan en religieuze organisaties langs elkaar heen werken. Het managementprobleem hier komt nu aan het licht."
Ricardo Angora, een Spaanse arts die helpt bij de doorverwijzing van slachtoffers in Kerman, zegt daarentegen dat de organisatie op het vliegveld heel goed is, al heeft hij van collega's in Bam gehoord dat het er daar heel wat minder georganiseerd aan toe gaat.

De selectieprocedure op het vliegveld van Kerman wordt gecoördineerd door de Iraanse Rode Halve Maan. De spullen die in een hoek in de aankomsthal liggen komen vooral uit het buitenland. Binnenlandse spullen zijn vaak niet in orde. Dokter Saleh laat een aantal zuurstofflessen zien, gedoneerd door het Iraanse leger. "Twee ervan zijn leeg en de derde halfvol. Maar we hebben niet het juiste gereedschap om deze fles te openen, dus ook die kunnen we niet gebruiken." Een collega-arts die niet met zijn naam in de krant wil uit angst voor represailles zegt: "Geef niks aan de overheid. Alles wat zij hebben staat in containers, en wij hulpverleners krijgen er niets van."

Er gaat nog meer mis. Het vliegveld van Kerman is enige tijd gesloten geweest voor alle hulpverlening. De reden: president Khatami en geestelijk leider Khamenei waren op bezoek. Om dezelfde reden wacht een internationaal team van Artsen Zonder Grenzen al een dag op goederen uit Teheran. Ook daar was het vliegveld gesloten.

Het lijkt erop dat Iraniërs de ramp gebruiken om hun al aanwezige ongenoegen over hun regering kenbaar te maken. Alois Hirschmugl van de Verenigde Naties vindt dit een logische reactie, maar zegt ook dat er geen reden is tot klagen. Hij coördineert als medewerker van UNDAC, de organisatie voor noodhulp van de Verenigde Naties, de aankomst van reddingsteams en regelt voor hen alle papierwerk. Hij werkt nauw samen met de lokale overheid en de regering. "De overheid is zeer coöperatief, vooral in de eerste paar dagen na de aardbeving. Veel hulpverleners hoefden geen visum te hebben. De nodige handtekeningen werden snel gezet, sneller bijvoorbeeld dan bij de aardbeving in Algerije, eerder dit jaar." Door de structuur van de gebouwen in Bam en door het vroege tijdstip op de rustdag vrijdag zijn er veel mensen overleden, zegt Hirschmugl. "Maar na twee uur was het eerste Duitse reddingsteam al aanwezig, evenals mensen van de Iraanse overheid. Zoals het hoort. De Iraanse regering is zich bewust van het risico van een aardbeving en heeft zich daar ook op voorbereid." Verder is er geen veiligheidsprobleem zoals in Algerije, en er is geen bewijs van diefstal van hulpgoederen, zegt Hirschmugl. Zijn team was 'aangenaam verrast' door de organisatie van noodhulp voor Bam. In vergelijking met andere landen zoals Turkije, Algerije en India, krijgt de Iraanse overheid het predikaat 'goed tot zeer goed' van de het UNDAC team in Kerman.

Dit artikel is gepubliceerd in diverse GPD-dagbladen, waaronder het Utrechts Nieuwsblad